Ik ben een Zoon van God. Kan ik dan eveneens iets anders zijn? Heeft God het sterfelijke en vergankelijke geschapen? Welk nut heeft de geliefde Zoon van God voor wat sterven moet? En toch ziet een neutraal ding geen dood, want angstgedachten zijn er niet in geïnvesteerd, noch is er een karikatuur van liefde aan verleend. Zijn neutraliteit beschermt het zolang als het van nut is. En vervolgens, zonder doel, wordt het terzijde gelegd. Het is niet ziek of oud of gewond. Het is slechts functieloos, onnodig en wordt afgedankt. Laat me vandaag inzien dat het niet meer is dan dit: een poosje van nut en geschikt om te dienen, om bruikbaar te blijven zolang het dienen kan, en daarna vervangen te worden voor een groter goed.
Mijn lichaam, Vader, kan Uw Zoon niet zijn. En wat niet geschapen is, kan zondig noch zondeloos zijn, goed noch slecht. Laat me deze droom dan gebruiken om Uw plan te helpen, opdat we ontwaken uit alle dromen die we hebben gemaakt.
Dit maakt duidelijk waarom Desteni zegt dat het fysieke werkelijk is. Het is het meest werkelijke wat er bestaat binnen de droom omdat het neutraal is en daarom is "het fysieke" de weg naar realisatie volgens Desteni. Echter als ik "het fysieke" als illusie beschouw, dan maak ik het "het fysieke" wat het meest werkelijke is (lees neutraal) onwerkelijk. Ik maak mijn hulpmiddel daarom onwerkelijk. Daarom is het fysieke het meest werkelijke / middel om de weg van de polariteiten te neutraliseren om terug bij God te komen. Zodra ik een oordeel heb over het fysieke dan maak ik het anders dan het is. Dit doe ik echter vrijwel continue.
De boeddhisten zeggen dit mooi. Het is zoals het is. Is het niet zoals het is, is het niet zoals het is en is het nog zoals het is. Je maakt ervan wat je ervan maakt zoals jij het vindt.
Door het fysieke te ontkennen, ontken ik de werkelijkheid/hulpmiddel. Het neutrale is de enige werkelijkheid op aarde voorzover je daarover kunt spreken. Ik vergeet dit echter veel te veel.
Hier twee leuke filmpjes over de werkelijkheid die hierbij aansluiten.
| |
Elk oordeel wat ik heb over wat dan ook, maakt het in feite onwerkelijk. Ik bevestig dan de polariteit. Ik hoef dan alleen nog maar te vergeven.
Ik vergeef mezelf dat ik niet heb geaccepteerd en toegestaan dat het lichaam een hulpmiddel is.
Ik vergeef mezelf dat ik heb geaccepteerd en toegestaan dat het lichaam een illusie is.
Ik vergeef mezelf dat ik niet heb geaccepteerd en toegestaan dat geld een hulpmiddel zijn.
Ik vergeef mezelf dat ik heb geaccepteerd en toegestaan dat geld een illusie is.
Ik vergeef mezelf dat ik niet heb geaccepteerd en toegestaan dat gevoelens een hulpmiddel zijn.
Ik vergeef mezelf dat ik heb geaccepteerd en toegestaan heb dat gevoelens van mij afkomstig zijn.
Ik vergeef mezelf dat ik heb niet heb geaccepteerd en toegestaan dat gevoelens een oordeel waardoor ze voortkomen uit de polariteit.
Ik vergeef mezelf dat ik niet heb geaccepteerd en toegestaan heb dat gevoelens voortkomen uit overtuigingen.
Ik vergeef mezelf dat ik niet heb geaccepteerd en toegestaan heb dat mijn broeders een hulpmiddel zijn.
Ik vergeef mezelf dat ik niet heb geaccepteerd en toegestaan dat de overheid, instanties een hulpmiddel zijn.
Ik vergeef mezelf dat ik niet heb geaccepteerd en toegestaan dat de computer een hulpmiddel is.
Ik vergeef mezelf dat ik niet heb geaccepteerd en toegestaan dat mijn familie een hulpmiddel is en dus werkelijk.
Ik vergeef mezelf dat ik niet heb geaccepteerd en toegestaan dat mijn omgeving een hulpmiddel is.
Ik vergeef mezelf dat ik niet heb geaccepteerd en toegestaan dat alles behulpzaam voor me is.
Ik vergeef mezelf dat ik niet heb geaccepteerd en toegestaan heb dat tijd een hulpmiddel is.
Ik vergeef mezelf dat ik niet heb geaccepteerd en toegestaan heb dat materie een hulpmiddel is en dus werkelijk is.
Ik vergeef mezelf dat ik niet heb geaccepteerd en toegestaan heb dat werk een hulpmiddel is en dus werkelijk is.